SYNCHROON
Er zijn deeltjes van mezelf die ik niet vrijgeef.
Als sneeuwvlokjes verdwijnen ze onder de zon.
Maar als jij in de buurt bent dan huilen de wolven.
De bomen lijken monsters door takken vermomd.
Ik heb liefde in mij dat weet ik zeker.
Maar met jou in de buurt ben ik niet mezelf.
Ik weet verdomd goed wat je met me doet. Jij bent mijn spiegel, de andere helft.
En je reflectie weerkaatst als daglicht dat valt op water.
Zo helder, dat ik me weer levend voel.
Je bent gewoon in mijn buurt. Maar de kennis heb je.
En ik weet zeker dat je er niets mee bedoeld.
De demonen in mijn lijf gaan tekeer. Mijn hormonen vinden de weg niet meer.
Zeg me wat ik doen moet zodat ik uit mijn lijden verlos.
De waarheid ligt op het puntje van mijn tong.
Onze gedachten synchroon als de chaos begon.
Jij fronst omdat je als geen ander weet wat dat het kost.
We hebben er samen over getobd. Jij was een God. Ik een Godin.
Onvermijdelijk, voor elkaar geboren. Als de Joker en Harley Quin.
Ben je boos op me? De energie is wreed en tijstert heel je lijf.
Je bent mijlen ver van me verwijdert,
maar ik voel het als je tussen je benen wrijft.
Ik ben je allerdiepste. De tijd staat stil als blikken kruisen.
Ik mag dan wel gek zijn. Maar jij bent de muren die me afluisteren.
Jij bent de stemmen in mijn hoofd als mijn lichaamstemperatuur stijgt.
Jij bent de ziekte tussen mijn oren die ik uit wanhoop verdrijf.
Ik kokhals. Het idee dat ik mezelf zou moeten loslaten.
Het puzzelstukje dat me kalmeert als ik de wereld wil haten.
Zwak en uitgeput begin ik aan mijn diepe slaap.
Ik hoop over je te dromen omdat dat mijn nachten beter maakt.
Daar ben ik het liefst. Daar kom ik thuis.
Je zoekt me op, maar vergeet me nooit.
Ik leef in je hoofd, jij bent mijn huis.